Servicekosten
De servicekosten zijn bij uitstek een bron van conflict tussen huurders en verhuurders. Ook als er netjes een afrekening is, valt soms moeilijk te controleren of een geleverde dienst goed is doorberekend. Er zitten vaak fouten in de afrekening of deze komt (veel) te laat binnen. Schroom dan niet om naar de Huurcommissie te stappen; driekwart van de uitspraken van de Huurcommissie zijn in het voordeel van de huurder.
Voor een verhuurder is er vaak geen prikkel om kritisch te zijn op de hoogte van de servicekosten omdat ze één op één alles door kunnen berekenen aan de huurders. En verhuurders brengen nogal eens servicekosten in rekening waar huurders het niet mee eens zijn, of die stiekem niet kloppen. Verhuurders kunnen allerlei trucs toepassen om op de servicekosten te verdienen. Maar dat mag niet: het is tegen de wet om winst te maken op de servicekosten. Alleen werkelijk gemaakte kosten mogen worden doorberekend aan de huurders, en ze moeten bovendien 'redelijk' zijn.
Daarom loont het om de afrekening goed te controleren als die in juni op de mat valt. Wordt er niet te veel in rekening gebracht bij de verschillende kostenposten? Zijn de genoemde diensten wel geleverd? En zijn ze 'redelijk' in uren en tarieven? Er zijn wettelijke regels voor en deze zijn te vinden in het Burgerlijk Wetboek titel 4, boek 7; huurprijzen en andere vergoedingen en artikels 259, 260 en 261. De regels omtrent servicekosten zijn dwingend recht. Dit betekent dat je als verhuurder in een contract hier niet iets anders van kunt maken. Wat hier staat is geldend voor elke verhuurder die servicekosten in rekening brengt.
Voor procedures bij de Huurcommissie wordt er formeel onderscheid gemaakt tussen servicekosten (dit zijn vergoedingen voor overige zaken en diensten die geleverd kunnen worden i.v.m. de bewoning van de woonruimte) en nutsvoorzieningen met individuele meter (een huurder heeft eigen verbruiksmeter voor gas, water en/of elektra en betaalt een voorschot daarvan aan de verhuurder). De servicekosten zijn ook van belang bij de huurtoeslag. Momenteel zijn er nog vier soorten servicekosten van elk 12, = per post (dat gaat over de schoonmaak van gemeenschappelijke ruimtes, de energiekosten van gemeenschappelijke ruimtes, reparaties en groot onderhoud van recreatieruimtes en een huismeester of flatwacht) die meetellen voor de huurtoeslag (dat wordt opgeteld bij de huur en dat is dan de rekenhuur, wat de basis is voor het bepalen van de huurtoeslag). Andere wijzigingen zijn:
- Subsidiabele servicekosten vervallen per 1-1-2026
- Dan alleen nog huurtoeslag over de kale huur
- De basishuur gaat omlaag waardoor de huurtoeslag met 8, = per maand stijgt
Zeven belangrijke regels uit het Burgerlijk Wetboek:
Regel 1
- Het servicekostenbedrag moet met de huurder zijn overeengekomen.
- In de huurovereenkomst staat welke service geleverd wordt. Een later geleverde service moet nadrukkelijk overeengekomen zijn met de huurder
Regel 2
- De afrekening moet worden getoetst op basis van werkelijke kosten (wat de verhuurder heeft betaald mag doorberekend aan huurder maar) en redelijke kosten (in het geval van een hele onzuinige collectieve verwarmingsketel mogen de kosten niet doorberekend worden aan de huurder).
- Dat geldt ook voor de vrije sector. (Uitspraak Hoge Raad 24-4-2020.)
Regel 3
- De afrekening moet binnen een half jaar na afloop van het kalenderjaar, dus uiterlijk 30 juni, bij de huurder zijn. Zo kan een huurder beoordelen of ie te veel of te weinig heeft betaald en op basis daarvan wordt het nieuwe voorschotbedrag bepaald.
- Het kan zijn dat er een andere termijn van 12 maanden is, met name voor de stookkosten, dan moet het voor 1 juli van het jaar dat volgt op het jaar waarin de termijn afliep. Vaak krijgen huurders het te laat of niet en dan wordt meestal het excuus gebruikt dat ze nog wachten op de afrekening van de stookkosten van de leverancier. Maar dat mag dus niet want het is dwingend recht. Op het moment dat de afrekening er niet is op 30 juni moet je als huurder stappen ondernemen.
Eisen aan de afrekening:
- Het moet duidelijk zijn voor welke kostenposten service wordt berekend en wat je daarvoor betaald.
- De manier van berekenen moet vermeld worden (verdeelsleutel). Met een post ‘diversen’ hoef je als huurder geen genoegen te nemen. Het moet altijd gespecificeerd worden. De huurder betaald en dus moet er duidelijk zijn waarvoor er betaald wordt.
- Niet verrekenbare kosten mogen strikt genomen niet opgenomen worden (zoals bij servicekosten, die moeten afgerekend worden op basis van de werkelijke kosten). Maar veel verhuurders gebruiken die post voor bijvoorbeeld het vermelden van de kosten van een glasfonds of een ontstoppingsfonds of voor een serviceabonnement.
Geen afrekening of niet op tijd?
- Dan mag de verhuurder het voorschot niet verhogen.
- Wanneer de afrekening er niet is kan de huurder een procedure starten bij de Huurcommissie:
- Dan moet de huurder wel eerst de verhuurder verzoeken de afrekening op te sturen. Die krijgt vervolgens drie weken de tijd om dit te doen en kan eenmaal om uitstel vragen. De Huurcommissie maakt wel uitzonderingen: een huurder was erachter gekomen dat hij van twee jaar terug geld zou kunnen terug krijgen. De verzoektermijn (van drie weken) waarin je dat kunt doen was bijna verlopen maar daar maakt de Huurcommissie dus een uitzondering voor.
Regel 4
- Elke huurder heeft recht op inzage in de stukken die ten grondslag liggen aan de afrekening. Sommige verhuurders houden er een soort ontmoedigingsbeleid op na en zijn terughoudend hierin. Of je mag in een kamertje een stapel mappen komen uitzoeken. Huurdersorganisaties kunnen dit aankaarten bij hun woningcorporatie.
- Wanneer een verhuurder weigert om inzage te geven, dat gebeurt nog wel eens bij particuliere verhuurders die dan het excuus van privacy opvoeren, dan kan de huurder de afrekening laten beoordelen door de Huurcommissie. Die kan wel de informatie opvragen bij de verhuurder. Wanneer de verhuurder het dan nog steeds niet doet kan de Huurcommissie het bedrag verlagen.
Regel 5
- Zolang de afrekening er niet is mag het voorschotbedrag ook niet omhoog. Wanneer het pakket is uitgebreid moet dit overeengekomen zijn met de huurder. In 2023 toen de energierekeningen zo hoog waren hebben veel verhuurders tussentijds de bedragen verhoogd, om te voorkomen dat huurders later met een hele hoge rekening geconfronteerd zouden worden en veel zouden moeten bijbetalen. Het was wellicht verstandig maar wettelijk gezien niet bepaald toegestaan. (Een verhuurder had opgenomen in een contract dat hij de huurder alleen maar ter kennisgeving hoefde te informeren over het wijzigen van het voorschotbedrag, maar dat mag dus niet want het is dwingend recht.)
Te hoog voorschotbedrag?
- Wanneer het gaat om gas, water, elektra met een eigen meter (nutsvoorzieningen) kan een huurder dat laten toetsen door de Huurcommissie.
- Voor de overige kosten moet de huurder de afrekening afwachten en kan de huurder pas daarna naar de Huurcommissie.
Regel 6
- Wordt een collectieve dienst en het daarbij behorende voorschotbedrag gewijzigd?
- Dan heeft de verhuurder 70% instemming nodig van de huurders (dit geldt alleen bij sociale huurwoningen. In sommige complexen van verhuurders heb je zowel sociale als vrije sector huurders. Dan geldt hetzelfde voor de sociale woningen en moet er individuele overeenstemming bereikt worden met de vrije sector huurders).
- ‘Servicekosten moeten zijn overeengekomen’ (Burgerlijk Wetboek artikel 759.1) geldt voor alle huurders.
Overlegwet
- Bewonerscommissies of verenigingen op complexniveau hebben naast het recht op instemming (70%) ook recht op overleg en advies.
- Dus bij wijzingen van de servicekosten moet een verhuurder eerst in gesprek met de bewonerscommissie zodat zij daar advies op kunnen geven. En daarna moet die 70% instemming gehaald worden. Wanneer een verhuurder zich houdt aan de plicht van overleg en advies zal die 70% vaak ook (gemakkelijker) gehaald worden.
Regel 7
- De Huurcommissie is wettelijk aangeschreven als scheidsrechter.
- Dit was oorspronkelijk alleen voor de sociale huur maar dit geldt nu ook voor de (gereguleerde) middenhuur en de vrije sector (voor contracten na 1-7-2024, Wet Betaalbare Huur).
- De uitspraak is bindend, tenzij één van de partijen naar de rechter gaat. Dat moet binnen 8 weken.
Een geval apart ...
Veel verhuurders maken gebruik van fondsen. Glasschade, ontstopping, deze maken formeel geen onderdeel uit van de servicekosten maar de Huurcommissie kijkt er wel zo naar. Het hoeft niet jaarlijks afgerekend te worden op basis van werkelijke kosten. Er zitten wel een aantal voorwaarden aan:
- Voor een fonds geldt dat dat overeengekomen moet zijn met huurders.
- Huurders hebben recht op inzage op de hoogte van die pot.
- Het mag alleen gebruikt worden waarvoor het bestemd is.
- Het moet op basis van redelijke kosten zijn.
- De omvang van het fonds mag niet meer dan drie keer de jaarinleg zijn . Als er nooit wat uitgekeerd wordt uit dat fonds, omdat er nooit glas kapot gaat of omdat er nooit ontstopt wordt, hoef je na drie jaar geen inleg meer te betalen.
Klopt mijn afrekening? (Mogen alle in rekening gebrachte posten daadwerkelijk in rekening gebracht worden en klopt de hoogte van het in rekening gebrachte bedrag.)
Twee wettelijke ‘besluiten’:
- Staat het in het Besluit Servicekosten? (Dit is een lijst van elf zaken die in elk geval als servicekosten in rekening gebracht mogen worden.)
- En daarin is opgenomen ‘Besluit kleine herstellingen’ (huurdersonderhoud).
Hoe de Huurcommissie hier over oordeelt is te lezen in het Beleidsboek Servicekosten:
- Dit boek van de Huurcommissie geeft aan:
- wat in rekening gebracht mag worden (en wat niet)
- de manier waarop die kosten verdeeld dienen te worden
- Dit is vaak ook als leidraad voor de kantonrechter
Verdeelsleutel
- De kosten worden in principe gelijk over het aantal appartementen verdeeld.
- Maar wanneer jij als huurder geen gebruik maakt, maar ook niet hoeft te maken, van een bepaalde dienst (stel je woont in een complex op de begane grond en je hebt een deur direct naar buiten en je hoeft geen gebruik te maken van de gemeenschappelijke lift en centrale hal, dan kan een Huurcommissie oordelen dat het niet redelijk is dat jij als huurder ook mee moet betalen aan de schoonmaak van de gemeenschappelijke hal of de elektrakosten van de lift (werkelijke en redelijke kosten).
- Of in het geval van glasbewassing geldt het criterium van de bereikbaarheid (sommigen ramen zijn wel bereikbaar anderen niet, dat kan uitmaken voor de verdeling van de kosten van de glasbewassing). Wanneer de ramen bereikbaar zijn dan dien je ze als huurder zelf te bewassen en voor niet bereikbare ramen mogen servicekosten in rekening gebracht worden.
Drie x collectieve warmte (de meest voorkomende systemen):
- Blokverwarming: gasgestookte collectieve ketel (vaak in de kelder van een complex waarmee alle woningen in complex verwarmd worden).
- Stadsverwarming: extern warmtenet; gebruikt bijvoorbeeld restwarmte van industrie en wordt in woningen gebracht waar dan ook een afleverset moet zitten om de warmte af te leveren.
- WKO-installatie (warmte koude opslag): een manier om gebouwen te verwarmen en te koelen door gebruik te maken van energie die in de bodem is opgeslagen. Het systeem gebruikt een warmtepomp en grondwater als energiebronnen om warmte en koude te leveren voor verwarming en koeling
Nu maakt het voor de servicekosten uit wie de leverancier is van die warmte:
Servicekosten regels of warmtenet?
- Heeft de verhuurder of de VVE het contract met de leverancier, dan gaat de afrekening volgens de servicekostenregels (Huurrecht).
- Heeft het energiebedrijf of het stadsverwarmingsbedrijf het contract, dan gaat de afrekening volgens Warmtewet. Deze heeft heel ander regels. Hier wordt naar gekeken door de ACM (Autoriteit Consument en Markt) en die bepalen een maximaal tarief als het gaat om warmte. De prijs per gigajoule is dan de leidraad. Daar zitten de nodige problemen aan, met name de hoge vastrechtkosten en ook de koppeling aan het gastarief en daardoor is de prijs van die gigajoule best hoog. Ze zijn weer met die Warmtewet bezig om daar wat aan te doen.
Tijdelijke Tegemoetkoming Blokverwarming (TTB)
- Dit speelde in 2023 vanwege de hoge energiekosten.
- De reden daarvan was dat er bij blokverwarming geen mogelijkheid was een prijsplafond toe te passen, waardoor er in sommige gevallen te veel is betaald.
- Hier kon de verhuurder of de VVE een aanvraag voor indienen tot eind oktober 2023.
- Dit zou dan verrekend moeten worden in de afrekening.
- Als dat toen niet is gebeurd, kun je daarover nog tot juni 2026 een verzoek indienen bij de Huurcommissie:
- Als het niet verrekend of aangevraagd is kan de huurder om uitleg vragen bij de verhuurder en wanneer hier geen afdoende antwoord op volgt kan de huurder naar de Huurcommissie of kantonrechter:
- Het kan niet verrekend zijn waardoor het niet terug te vinden is op de afrekening of het is niet aangevraagd en dat kan gevolgen hebben voor wat de huurder had moeten betalen.
Het is niet in alle gevallen zo dat je als huurder geld terugkrijgt want als de contracten onder dat prijsplafond zaten is er geen sprake van een tegemoetkoming.
Administratiekosten (collectieve verwarming)
- Er mogen kosten in rekening gebracht worden per bewoner voor het opstellen van de servicekosten:
- Zoals het aflezen en verwerken van de meterstanden door een Ista en Techem. Het meten kan op verschillende manieren:
- Als er een collectief systeem is dan kan er in het leidingwerk zelf of bij een collectieve ketel direct daar achter een meter in de leiding zitten. Op basis daarvan wordt dan het verbruik bepaald.
- Soms zijn er radiatormeters in de woning. Die meten niet altijd het verbruik maar het aantal verbruikseenheden. Per verbruikseenheid wordt een prijs vastgesteld en dit is op basis van het totale bedrag van de verbruikte warmte. (Het totaalbedrag aan warmte wordt gedeeld door het totaal aantal gemeten eenheden en dat is dan de prijs per verbruikseenheid. En afhankelijk van de hoeveelheid verbruikseenheden die een huurder heeft moeten die betaald worden.).
- Er wordt ook nog onderscheid gemaakt in vaste kosten (35%) en variabele kosten (65%). De vaste kosten worden voor 35% meegenomen (vastrecht, leidingverlies en administratiekosten) en die worden gedeeld door het aantal woningen. De variabele kosten, het verbruik, wordt gedeeld door het aantal vierkante meters.
- De Huurcommissie beoordeelt deze kosten op basis van een percentage:
- Warmtelevering: max. 2% (incl. BTW); wanneer dit uitbesteed is aan een ander bedrijf dan mag het max. 1% zijn.
- Voor alle andere servicekosten mag 5% van het totaalbedrag in rekening gebracht worden. Dit is inclusief eventuele BTW.
- Voor administratiekosten mag altijd minimaal € 7,50 in rekening worden gebracht.
- Het maximumbedrag aan administratiekosten bedraagt € 75,00 per afrekening per woonruimte.
Lastposten ...
Roerende zaken
- Zijn niet aard- en nagelvast verbonden aan de woning. Dit zijn losse voorwerpen die verplaatsbaar zijn en geen uitmaken van de onroerende zaak zoals een huis of grond. Dit zijn voorwerpen als meubels, apparatuur (boiler, wasmachine, droger, koelkast), gordijnen en zonwering, losse vloerkleden of tapijten, lampen, verlichting.
- Radiatormeters zijn roerende zaken en daarvoor mag een verbruiksvergoeding voor in rekening gebracht worden. Hier zijn afschrijvingstermijnen aan verbonden en afhankelijk van het soort apparaat kan dat vijf of tien jaar zijn. Daarna moet er opnieuw een beoordeling gemaakt worden van de restwaarde en moet er een nieuw bedrag vastgesteld worden voor die gebruikersvergoeding.
- Zonweringssytemen. Er zijn twee verschillende soorten; roerende (zonwering met beugels aan de gevel. Hiervoor mag een verbruiksvergoeding voor in rekening gebracht worden) en onroerende zonwering (dit systeem vormt één geheel met de kozijnen en dan zit de bediening aan de binnenkant en de elektra is verwerkt in de muur. Hiervoor mag geen verbruiksvergoeding voor in rekening gebracht worden).
- Zonnepanelen in servicekosten. De Woonbond heeft altijd gezegd deze kosten in de servicekosten te laten opnemen en niet als huurverhoging door te berekenen omdat je het bedrag wat je daarvoor betaalt daarna weer makkelijker kunt aanpassen.
- Zonnepanelen zijn roerend als ze zonder schade te verwijderen zijn en de woning daarna nog functioneert.
- Zonnepanelen zijn onroerend in het geval van een nul op de meter woning (NOM). Dat is een huis dat over een heel jaar gezien evenveel energie opwekt als het verbruikt. Dit wordt ook wel een energie neutrale woning genoemd.
- In het geval van roerende zaken bij zonnepanelen mag een verhuurder een gebruiksvergoeding in rekening brengen op basis van een afschrijvingstermijn van 15 jaar (max. 6,67% van de waarde).
- De salderingsregeling (terugleververgoeding) is in principe voor de huurder, behalve als de verhuurder de panelen ‘gratis’ of tegen geringe kosten heeft geplaatst.
De salderingsregeling wordt afgeschaft per 1-1-2027. De Woonbond heeft onderzoek gedaan:
- Als meer dan € 2, = per maand per paneel als servicekosten in rekening wordt gebracht, dan kosten zonnepanelen de huurder meer dan dat ze opleveren.
- En als de energieleveranciers ook nog terugleverkosten in rekening gaan brengen, pakken zonnepanelen voor huurders nog eerder onvoordelig uit.
- Genoeg reden om die vergoeding te verlagen zodat huurders niet betalen voor hun zonnepanelen!
Tuinonderhoud
De Huurcommissie geeft aan dit per geval te moeten beoordelen:
- Het kan onderdeel van het gehuurde zijn maar dat hoeft niet. Staat er iets over in het huurcontract?
- Is het openbaar toegankelijk of niet? Dit is van belang voor de huurder die tuinonderhoud moet betalen. Wanneer het een groenstrook langs de flat is waar iedereen langs loopt, dan is het openbaar toegankelijk en dan kun de servicekosten daarvan niet in rekening worden gebracht bij de huurder.
- Hekken, bosjes, bordjes kunnen maken dat een tuin als ‘besloten’ wordt beoordeeld, maar zijn geen voorwaarde!
- In het geval van een kijktuin, een tuin waar je niet in kunt maar alleen naar kunt kijken en waar je dus geen onderhoud in kunt plegen, daar kunnen dus ook geen servicekosten van in rekening worden gebracht.
Kleine herstellingen
Huurdersonderhoud wat door de verhuurder wordt gedaan. Er wordt onderscheid gemaakt tussen:
- Klusjes in de eigen woning. Hiervoor wordt vaak een individueel service- of onderhoudsabonnement voor aangeboden door de verhuurder.
- Klusjes in de gemeenschappelijke ruimte. Collectieve schoonmaak en glasbewassing.
Dit zou eigenlijk afgerekend moeten worden op basis van de werkelijke kosten. Maar voor het service- of onderhoudsabonnement gebruiken verhuurders vaak niet-verrekenbare servicekosten. Dus dat wordt vaak niet gedaan.
Huurders moeten echt op de kleine lettertjes letten; niet alles van dat huurdersonderhoud mag één op één in rekening gebracht worden bij de huurders.
Huurdersonderhoud
Wat wel en wat niet?
- Voor zover bereikbaar zijn ramen, binnenrioleringen, ventilatiekanalen, dakgoten voor rekening van de huurder.
- Het criterium is dat het objectief bereikbaar moet zijn. (In een rechtszaak over glasbewassing zei een kantonrechter dat de huurder geen circuscapriolen hoeft uit te halen om de ramen te kunnen wassen.) De huurcommissie houdt een compromis aan wat zegt dat het bereikbaar maken van de ramen voor rekening van de verhuurder is maar het arbeidsloon voor het wassen van die ramen mag bij de huurders in rekening gebracht worden.
- Voor zover het niet-noemenswaardige kosten zijn en het makkelijk te vervangen is, is het voor rekening van de huurder.
- Wanneer het technisch eenvoudig is en er geen specialistische kennis nodig is, is het voor rekening van de huurder.
Huurcommissie of kantonrechter
- De Huurcommissie is ervoor huurders in een sociale huurwoning of middenhuurwoning.
- Als je het niet eens bent met de uitspraak van de Huurcommissie kun je binnen acht weken na de uitspraak naar de kantonrechter gaan.
- Huurders in een vrijesectorwoning met een contract afgesloten vóór 1 juli 2024 en geen afspraak over de mogelijkheid van advies van de Huurcommissie, gaan naar de kantonrechter.
- Huurders in een vrijesectorwoning met een contract afgesloten na 1 juli 2024 kunnen naar de Huurcommissie en die doet een bindende afspraak.
Spelregels Huurcommissie
- Bij servicekosten moet het minimaal betwiste bedrag € 36, = zijn.
- De huurder betaalt € 25, = aan leges om de procedure te kunnen starten.
- Wanneer de verhuurder niet of niet op tijd de door de Huurcommissie gevraagde informatie aanlevert (bijvoorbeeld wanneer de afrekening niet (op tijd) binnen is), dan kan de betalingsverplichting voor de huurder heel laag of op € 0, = worden gezet.
Wel voorschotten betaald maar geen of slechte service geleverd
- Wanneer er aantoonbaar geen service is geleverd kan de Huurcommissie het betaalde voorschot op € 0, = zetten.
- Wanneer er slechte kwaliteit wordt geleverd dan moet de huurder overtuigend bewijs leveren aan de Huurcommissie wat aantoont dat de betaalde kosten niet in verhouding staan tot de geleverde kwaliteit. Omdat dit vrij moeilijk is aan te tonen is het raadzaam om met de verhuurder in overleg te gaan over een andere (schoonmaak) bedrijf.
Bijbetalen of terugkrijgen
- De vordering tot bijbetalen (door de verhuurder) of terugkrijgen (door de huurder) is geldig tot twee jaar na de datum waarop de afrekening verstrekt had moeten worden. Daarna is verrekening niet meer mogelijk. Deze termijn geldt ook bij de rechter.
Periode afrekening Uiterste afrekendatum Uiterste verzoekdatum
2023 30 juni 2024 30 juni 2026
2024 30 juni 2025 30 juni 2027
2025 30 juni 2026 30 juni 2028
Kantonrechter
- Naar de kantonrechter gaan kan met een dagvaardingsprocedure.
- Je hoeft geen advocaat in de arm te nemen maar dit mag wel.
- Je moet wel griffierecht betalen.
- En maak de afweging of de kosten die je moet maken voor een proces niet hoger zijn dan het bedrag dat je vordert.
Griffierecht kantonrechter
Bedrag van de eis Kosten griffierecht Laag inkomen
Tot € 500, = € 90, = € 90, =
Tussen € 500, = en € 1500, = € 226, = € 90, =
Tussen € 1500, = en € 2500, = € 257, = € 90, =
Boven de € 12,500 € 732, = € 90, =
Je loopt het risico dat je de proceskosten moet betalen wanneer je niet in het gelijk wordt gesteld. Om hier een goed beeld van te krijgen kun je het beleidsboek van servicekosten van de Huurcommissie erop naslaan. Win dus eerst juridisch advies in.
Zo maak je bezwaar
Als de jaarafrekening van de servicekosten niet klopt, het voorschotbedrag is te hoog of je hebt geen jaarafrekening gekregen, dan kun je bezwaar maken. Dat doe je zo:
- De afrekening over 2024 hoorde uiterlijk 30 juni 2025 door jou te zijn ontvangen. Niets gekregen? Vraag de afrekening schriftelijk bij de verhuurder op. Heb je na 3 weken nog niets ontvangen, dan kun je de Huurcommissie of de kantonrechter inschakelen (stap 5).
- Controleer of de afrekening klopt en alleen werkelijk gemaakte kosten in rekening brengt. Dat kun je het beste samen met de buren doen. Of vraag de bewonerscommissie of huurdersorganisatie om hulp.
- Vraag bij je verhuurder inzage in de facturen, contracten en andere stukken (van de gemeenschappelijke elektra, het schoonmaakbedrijf e.d.) die de basis vormen voor de afrekening. Dat recht heb je, maak er gebruik van.
- Vertel het je huurder schriftelijk (per brief of e-mail) als de afrekening volgens jou niet klopt. Leg uit wat er volgens jou mis is en vraag een inhoudelijke reactie. Mogelijk kun je het probleem (samen) oplossen en de afrekening laten corrigeren.
- Reageert de verhuurder niet of niet naar tevredenheid op je klacht? Elke huurder die op of na 1 juli 2024 is gaan huren, kan de Huurcommissie inschakelen. Heb je een huurcontract van voor die tijd? Als huurder in de sociale of middenhuur sector kun je de Huurcommissie inschakelen, ook als je bij een commerciële verhuurder huurt. Als huurder in de vrije sector kun je terecht bij de kantonrechter.
- De uitspraak van de Huurcommissie of rechter is acht weken na de verzenddatum definitief. Blijkt daaruit dat je te veel hebt betaald, vraag dan zelf je geld terug aan de verhuurder of verreken het bedrag met de huurbetaling.
Meer informatie over servicekosten kun je vinden in het blad de Huurwijzer van de Woonbond, nummer 2, zomer 2025.
Bewonerscommissieleden zijn via de HOHW lid bij de Woonbond. Je kunt in dat geval contact opnemen met de Huurderslijn van de Woonbond: 020-551 77 55.
Zij zijn bereikbaar van maandag t/m donderdag van 10:00 tot 13:00 en op dinsdagavond van 18:30 tot 20:00.